Geschiedenis

De Chodsky pes, ook wel de Boheemse herder, is één van de oudste herdershondenrassen ter wereld. De geschiedenis van het ras gaat terug tot in de 13e eeuw en wellicht nog wel daarvoor. Destijds leefde in West en Noord Bohemen een groep 'de Chods of Chodové' (letterlijk vertaald 'Lopers' of 'Wachters'): het Chodenvolk. Dit is een Slavische stam die in 1325 verregaande rechten heeft verkregen van koning Johann von Böhmen, ook bekend als Johann von Luxemburg of Jan Lucemburský. Andere bronnen spreken over verkregen rechten al in 1040 en die zou de hertog van Breislav hebben gegeven. Die rechten houden onder andere in dat de Choden zich vrij mogen bewegen in de streek aan de Zuid-Westgrens met Duitsland. Ze werden gevraagd om in hun woongebied de taken van grenswacht uit te oefenen. In ruil mogen de Choden de opbrengsten van de bossen voor zichzelf houden en is het hen toegestaan honden te fokken en te houden. Allemaal zaken die het gewone Boheemse volk niet zijn toegestaan.

Na de Hussieten oorlogen in de vijftiende eeuw vervallen weliswaar de privileges van het Chodenvolk, maar de Choden blijven zich onderscheiden door hun kleding, dialect en tradities. En wat ook blijft, zijn hun herdershonden, die – als afgeleide van de naam van de stam – Chodsky pes heet, de hond van de Choden.

Als de privileges zijn ontnomen rest de Choden nog het beschermen van zichzelf en hun eigendommen; hun honden stammen voor het merendeel uit Boheemse dorpen. De oude taak, de bescherming van vee en woning, blijft de honden behouden, maar ze worden nu ook bij de jacht ingezet. De fok van de Chodsky pes was in een paar families traditie geworden. Omdat men niet alle pups zelf kon houden, worden er honden naar Beieren verkocht. Dit is een logische keuze, omdat Beieren een meer dan 800 kilometer lange grens heeft met Bohemen. De vroegere vijand vormt nu een ‘afzetgebied’ voor de Chodsky pes.

De “Chodenhonden” waren honden met een evenwichtig karakter, krachtig, met een sterke gezondheid en een groot uithoudingsvermogen. Deze eigenschappen hebben hen tot trouwe en betrouwbare begeleiders van het Chodenvolk gemaakt.

Er zijn veel geschriften en illustraties gekoppeld aan de regio Chodsko en de Chodenhonden. Ook zijn er ontelbare verhalen, die van generatie op generatie doorverteld werden. Er kan niet beweerd worden dat deze documenten en tekeningen feiten bevatten over de oorsprong en de eigenschappen van de huidige Chodsky pes. Het is echter wel een historische ondersteuning voor het bestaan van een goed ingeburgerd type herdershond met oorsprong op het Tsjechische grondgebied.

J.A. Gabriel, die in 1864 over Chodsko schreef, beschreef de lokale bevolking met hun trouwe huisbewaker met de bijnaam 'Dogheads', omdat in hun vlaggenwimpel het silhouet van een typische herdershond - met een langere vacht in de nek- is opgetekend. Het bestaan van langharige herdershonden die trouwe helpers en bewakers waren, werd ook beschreven door de schrijver A. Jirásek in zijn roman getiteld "Hondenkoppen", geïllustreerd door Mikoás Als.

In zijn werk dat de Chodsko-regio (1923-1924) prees, beschreef de schrijver Jindrich Simoon Baar honden uit de Sumava-regio, die hij Chodsky noemde. Verder is er ook een beeldhouwwerk van Cenek Vosmik in de stad Domazlice. 

In 1984 heeft Jan Findejs een artikel geschreven in het tijdschrift pes přítel člověka (vrij vertaald ‘De hondenvriend’) met de titel "Chodsky pes". Daarin deed hij een oproep om hetzelfde soort honden te zoeken. Men heeft honden gevonden die er hetzelfde uitzagen als het oorspronkelijke ras, zoals dat in boeken beschreven werd en op afbeeldingen te zien was. Op basis van dit kleine aantal honden heeft men de rastypische eigenschappen, het temperament en het uiterlijk vastgelegd, waarmee een nieuw ras werd gegenereerd. Aan dit zeer moeilijke werk hebben vele dierenartsen en andere enthousiaste personen bijgedragen. Onder hen ook Jan Findejs zelf. Dit nieuwe hondenras, of misschien wel een hersteld oud hondenras, werd naar het oorspronkelijke gebied van herkomst vernoemd: Chodsky pes danwel de Chodenhond. Inmiddels heeft ook de aanduiding Bohemian Shepherd (Boheemse Herder) zijn intrede gedaan.

Sinds 14 januari 1984 is het ras als nationaal ras bij de C.M.K.U. (Tsjechische Kynologische Unie) erkend en de eerste honden werden in het stamboekregister opgenomen. Deze eerste honden, Dixi, Blesk en Bessa, werden als gronleggers aangewezen van de wederopstanding van het ras. In het eerste nest uit de combinatie van Dixi en Bessa werden 6 pups geboren. Dit was op 20 oktober 1985 in de kennel "Na Barance" van de heer L. Hykel. Nadien volgde een nest van de combinatie Bessa en Blesk. In 1987 werden de honden gepresenteerd op een expositie in Brno. Er werden toen nog meer honden aan het fokprogramma toegevoegd, waaronder Brix, Alex, Harry, Brit en Dina. In de daaropvolgende jaren werden enkele nesten geboren, die qua type zeer homogeen waren, wat een bevestiging was van de juistheid van de selectie. Aldus werd een kwalitatief goede en solide basis gelegd voor de fok en regeneratie van dit hondenras.

Op 27 november 1991 werd in Tsjechië de "Klubu přátel chodského psa" (Vereniging van Vrienden van de Chodenhond) opgericht en officieel geregistreerd bij de C.M.K.U. Tegelijkertijd werd dit ras in de categorie werkhonden erkend.

Tegen het jaar 2000, na 15 tot 16 jaar fokken, beschikte men over circa 1000 honden, en waren er 5 lijnen in 5 generaties. In de periode 1984 – 2002 werden meer dan 1500 nieuwe registraties opgenomen. Er zijn 200 geregistreerde fokteven bekend in dit ras.

In juni 2018 heeft het bestuur van de Raad van Beheer besloten om het stamboek te openen voor de Chodsky pes als nationaal erkend buitenlandse ras in Nederland. 

De "Klubu přátel chodského psa" (KPCHP), heeft na jaren van hard werk het ras erkend verkregen bij de FCI. Inmiddels is per 29 april 2019 de Chodsky pes opgenomen bij de FCI in rasgroep 1 - Herdershonden en Veedrijvers (rassenstandaardnummer 364). Deze opname is vooralsnog tijdelijk voor de duur van 10 jaar.

Karakter

De Chodsky pes heeft niet alleen een aangenaam uiterlijk, maar ook een fijn karakter. Sinds het begin van de regeneratie werd er gelet op de gezondheid, het karakter en het temperament van de hond.

De Chodsky pes is een vriendelijke en zelfstandige hond die zich kenmerkt door zijn alerte en levendige karakter. Hij is buitengewoon sterk op zijn baas en roedel gericht en zeer werkwillig. Hij is erg leergierig en gehoorzaam en kan vrij makkelijk opgevoed en getraind worden. 

De Chodsky pes zoekt een eerlijke en ervaren baas die stevig in zijn/haar schoenen staat. Een harde hand bij zijn opvoeding en/of training doet meer kwaad dan goed. Het is een gevoelig ras. Positieve training werkt het best. Ondanks dat de hond een middelgroot type herdershond is, blijft het een hond met het karakter van een herder.

De Chodsky pes is buitengewoon snel, behendig en intelligent. Daardoor is hij geschikt voor tal van hondensporten en andere hondenactiviteiten. Hij doet het goed in diverse sportdisciplines zoals agility, flyball, obedience en canicross. 

Zijn aangeboren zelfvertrouwen maakt hem ook geschikt voor de zwaardere training. Hij is gezegend met een uitstekende neus en kan worden ingezet voor speur- en reddingswerk. Hij toont ook talenten voor het bewaken en drijven van kuddes en het werken als politiehond. 

Deze veelzijdig inzetbare hond is onverschrokken. Hij heeft sterke zenuwen, is waakzaam (en daardoor soms ook vocaal) en is bovenal erg sociaal. Ook is hij bijzonder  aanhankelijk naar kinderen en ze kunnen goed overweg met andere honden (aan de lijn kunnen ze soms blaffen, maar vrij van de lijn zijn ze normaal gesproken erg sociaal). Hij is terug-houdend tegenover vreemden en kan fel reageren wanneer iemand zijn geliefden of hun bezit bedreigt.

De Chodsky pes is het best op zijn plaats bij mensen die eerder een hond hebben gehad en actief bezig met hem willen zijn om in zijn energiebehoefte te voorzien. Hij verwelkomt de meeste aangeboden activiteiten enthousiast. Hij is daarbij zeker in staat om van activiteit buitenshuis naar rust in huis te gaan.

Klik hier om een video (uit Noorwegen) te bekijken waarin de veelzijdigheid van de Chodsky pes wordt getoond.

Raskenmerken

De Chodsky pes is een middelgroot type herdershond met een licht gestrekte bouw. De hond heeft een lange vacht met een rijke ondervacht die het winterhard en weerbestendig maakt. Alle lichaamsdelen zijn in goede harmonie, zodat het lichaam er als geheel compact en sierlijk uitziet. Het ras wordt gekenmerkt door zijn houding en zijn korte oren, de elegante vorm van zijn lange nek en schoft, evenals de rijkdom van zijn lange vacht. Zijn beweging is licht en vrij.

      Lichaamsverhouding

Ideale parameters voor een tweejarige hond:
De lichaamslengte omvat 110% van de schofthoogte.
De diepte van de borstkas is 49% van de schofthoogte.
De lengte van de neus is 46% van de hoofdlengte.

      Gedrag en aard

Een levendige en snelle hond, actief, maar niet impulsief. Goed volgzaam, attent en gemakkelijk te trainen. Hij is bescheiden, weinig eisend en vasthoudend. Zijn genegenheid voor jonge kinderen is bewonderenswaardig en maakt hem een aangename metgezel voor het gezin. Hij is onbevreesd, heeft sterke zenuwen en is uitzonderlijk waakzaam. Hij heeft een uitstekend reukvermogen.

      Hoofd

De schedel is plat en loopt geleidelijk smaller naar de ogen toe, met de tapsheid gecentreerd langs de frontale inspringing, die licht is gemarkeerd. De uitstulping van de nek is voelbaar, maar is niet duidelijk zichtbaar. Het neusdeel is iets korter dan de schedel, waarvan het wordt gescheiden door een frontale helling. De stop is niet te scherp of te zacht. De wenkbrauwbogen zijn duidelijk maar niet prominent. De wangen zijn droog en bespierd. De huid van het schedelgedeelte is strak en bedekt met kort, dicht en glad haar.

  • Neus: de neusrug is vlak (recht) en bijna parallel aan de verlengde lijn van de schedel. Deze loopt in een wigvorm naar de snuit toe.
  • Snuit: middelgrote, volle, zwarte gepigmenteerde open neusgaten.
  • Lippen: stevig, droog, nauwsluitend met gesloten hoeken.
  • Kaken: boven- en onderkaken zijn in verhouding, sterk en lang en lopen geleidelijk taps toe naar de snuit.
  • Wangen: glad, goed passend, goed opgevuld onder de ogen.
  • Tanden: gezond, sterk, zuiver wit, regelmatig geplaatst in een schaarbeet. De kiezen passen precies, de snijtanden raken elkaar aan. Het gebit is voltooid.
  • Ogen: middelgroot, amandelvormig, enigzins schuin geplaatst. Ze mogen niet uitpuilen of verzonken zijn. Ze zijn helder, vol energie en met een aangename uitdrukking, donkerbruin van kleur. Goed aansluitende oogleden.
  • Oren: kort, rechtopstaand, naar voren gericht, hoog en dicht bij elkaar geplaatst. Ze zijn driehoekig, met een brede basis, aan de uiteinden puntig of licht afgerond. De oorschelpen zijn bedekt met lang dik haar, dat franjes vormt, vooral bij de ooraanzet en langs de rand van de oorschelpen.

Over het algemeen moet het hoofd nobel zijn en qua grootte in verhouding zijn met het lichaam. Het mag er niet te massief of te zacht uitzien. Het karakteristieke unieke uiterlijk van het hoofd wordt bepaald door de juiste plaatsing en de stand van de oren, hun grootte, vorm en bedekking van het haar.

      Nek

Sierlijk gedragen en gevormd, lang, zeer flexibel. De nek wordt iets breder naar de schouders toe. De lijn van de nek vormt een hoek van 45 ° met de horizontale rugbelijning. De nek is bedekt met lang, dik haar.

      Het lichaam
  • Borstkas: ovaal in doorsnede; de bovenzijde vlak, naar onderen toe smal uitlopend. Het borstbeen reikt tot onder het niveau van de elleboog. De ribben zijn licht gewelfd, maar niet tonvormig.
  • Borst: breder vanaf de voorkant, goed gespierd.
  • Rug: recht, stevig, niet te lang, iets verhoogd bij de schoft.
  • Schouders: kort, soepel, goed geplaatst, aanlsuitend aan de rug in een enkele lijn.
  • Buik: stevig, opgetrokken.
  • Bekken: begint op dezelfde hoogte als de ruggengraat en helt iets naar de staart toe, zonder overgang.
  • Staart: In rust en in beweging wordt de staart in een lichte boog gedragen; tijdens opwinding wordt de staart gedragen ter hoogte van de rug. De huid is rijk bedekt met haar en reikt tot aan de hakken. 

De totale lichaamslijn van het hoofd tot aan de staart bestaat uit een reeks sierlijke rondingen. De lengte van het lichaam moet iets groter zijn dan de schofthoogte.

      Ledematen

Voorhand
Het schouderblad moet schuin en vlak liggen. Het bot van de schouder is lang en de hoek die het vormt met het schouderblad is ongeveer 90 °. De elleboogtoppen staan recht naar achteren en draait noch naar binnen noch naar buiten. De voorarm lijkt recht vanuit elke hoek, met goed ontwikkeld, droog spierstelsel. De metacarpus is stevig, lang en niet te abrupt. De achterkant van de metacarpus is bedekt met dik, lang haar.

Achterhand
Goed gebogen op de knieën en hakken. Recht van achteren gezien. De dijen zijn sterk, aanzienlijk gespierd. De wreef is stevig. De gewrichten van de knieën en hakken zijn goed afgerond. De achterkant van de dijen is bedekt met dik, lang haar. De poten zijn middelgroot, ovaal van vorm. Ze hebben stevige, soepele voezolen, zijn gebogen en hebben dicht bij elkaar staande tenen. De voetzolen en de nagels zijn volledig gepigmenteerd.

      Beweging

De natuurlijke gang van de hond is een lage draf met een diagonale verplaatsing van de ledematen, terwijl de lijn van de benen en de rug recht blijft. De beweging is licht, soepel en ruim.

      Huid & vacht

Huid
De huid is overal strak en nauwsluitend. Het pigment van de voetzolen en nagels is zwart; zichtbaar slijmvlies heeft donker pigment.

Vacht
Afgezien van de gelaatsdelen van het hoofd, de uiteinden van de oorlellen en de voorkant van beide ledematen, waar de vacht kort en glad is, is het lichaam bedekt met een glanzende, lange, dikke, grovere vacht. De lengte is tussen 5 en 12 cm. Het haar moet recht of licht golvend zijn, op de nek en borst iets open, anders plat liggend. Het goed ontwikkelde onderhaar is korter en zachter. De oorschelpen zijn rijkelijk bedekt met haar. Franjes vormen zich aan de basis en langs de randen van de oren. De vacht is bijzonder lang op de nek, ruggengraat en ook op de achterkant van de dijen en de wreef, waar het licht golvend is. De staart is dik bedekt met haar en heeft lang, licht golvend haar aan de onderkant.

Kleur van de vacht
Zwart tot diepzwart met levendige geel/tankleuringe markeringen. Hoe levendiger de markeringen, hoe beter. Andere vachtkleuren dan zwart zijn niet toegestaan. De markeringen zijn:

  • op de rand van en in de binnenkant van het oor.
  • boven de ogen.
  • op de wangen, waar ze vloeiend overgaan naar de keel, wat een karakteristieke halve maanvorm vormt.
  • op de borst (thorax), waarbij de borstmarkeringen gescheiden zijn van de markeringen op de keel.
  • op de achterpoten, aan de binnen- en achterkant van de dijen en van de tenen tot aan de hakken.
  • op de voorpoten tot het poslgewricht.
  • rond de anale opening.

Markeringen kunnen ook voorkomen op de onderste thorax, de buik en de staart en kunnen afwezig zijn aan de achterkant van de dijen. De voorkeur wordt gegeven aan markeringen die verschijnen zoals voorgeschreven, duidelijk afgebakend en levendig van kleur.

      Lengte en gewicht

De schofthoogte voor reuen loopt van 52 tot 55 cm  en voor teven van 49 tot 52 cm. De maximaal toegestane variatie is + of - 2 cm. Het optimale gewicht varieert tussen 18-25 kg.

      Afwijkingen

Dit zijn afwijkingen in de vorm van lichte (tekortkomingen), ernstige (defecten) en zeer ernstige (ernstige diskwalificerend) aard.

Tekortkomingen:

  • korte gang.
  • overdreven gemarkeerde of afwezige frontale helling.
  • zwakke kaken.- oog niet helemaal donkerbruin.
  • iets langer oor, correct geplaatst.
  • hoogte + - 2 cm tegen standaard (reu 50,51 en 56,57 cm, teef 47,48 en 53,54 cm).
  • langere of kortere ruggengraat.
  • zachte of korte metacarpus.
  • staart opzij gebogen en/of een staart die een cirkel vormt.
  • kortere vacht. Buitensporig fijne vachtstructuur.
  • minder levendige markeringen (strogeel).
  • langere of kortere staart.
  • markeringen afwezig in oren en rond de anus.
  • markeringen niet duidelijk omschreven.
  • markeringen die zich meer verspreiden naar hoofd en thorax, markeringen minder uitgesproken op hoofd en thorax.
  • kleine witte stip (tolerantie tot 3 cm).

Gebreken:

  • ingetrokken of uitgesproken snuit.
  • uitpuilend of verzonken oog. Lichtbruin oog.
  • verkeerd gevormd oor. Verkeerd geplaatst oor. Zacht oor.
  • korte nek.
  • tonvormige of platte thorax.
  • ellebogen naar binnen of naar buiten gedraaid (convergerende of divergerende houding).
  • steile schouderbladen.
  • concave of convexe ruggengraat.
  • schouders niet stevig.
  • in of uit gedraaide hakken (tonvormige of runderstand).
  • steil geplaatste bekkenbenen.
  • overmatige hoek van bekkenlichamen die een hellende ruggengraat veroorzaken.
  • staart gekruld boven het niveau van de ruggengraat.
  • krullende vacht.
  • zeer lichte markeringen.
  • markeringen zijn zeer wijdverspreid op hoofd en borst.
  • markeringen ontbreken of zijn zichtbaar verminderd in meer gebieden.

Grote, diskwalificerende gebreken:

  • volledig gebrek aan adel.
  • hoogte minder dan 50 cm of groter dan 57 cm bij reuen en minder dan 47 cm en groter dan 54 cm bij teven.
  • elke afwijking van het schaargebit: overbeet, onderbeet, tanggebit, onregelmatige beet.
  • het missen van tand(en) (minder dan 42).
  • roofzuchtig oog.
  • hangend of slap oor.
  • andere vachtkleur dan zwart met gele aftekeningen.
  • markeringen op andere plaatsen dan voorgeschreven.
  • depigmentatie van snuit, huid of slijmvliezen.
  • te timide of te agressieve honden moeten worden gediskwalificeerd.
  • monorchisme of cryptorchisme.
  • korte vacht, afwezigheid van haar.
  • volledig verlies van markeringen.

Gezondheid

Over het algemeen is de Chodsky pes een gezond ras. Het is een ras dat qua uiterlijk niet bijzonder veel veranderd is. Het ras kan, net als andere rassen, gevoelig zijn voor ziektes. Om ziektes te voorkomen of buiten te sluiten in de fokkerij, kan er op een aantal ziektes worden getest. Hieronder worden een aantal ziektes / aandoeningen nader toegelicht. De lijst moet niet worden onderschat, maar de meeste (buitenlandse) fokkers zijn zich hier zeker van bewust en zal alleen met ouderdieren fokken waarvan de gezondheidsonderzoeken in orde zijn. Zij zoeken naar de juiste reu / teef om tot een zo gezond mogelijke combinatie te komen.

Het welzijn en de gezondheid van de Chodsky pes staat voorop. In het Verenigingsfokreglement van de CPCN staat opgenomen welke onderzoeken verplicht zijn en welke worden aangeraden. Er zijn enkele aandoeningen bekend die bij de Chodsky pes kunnen voorkomen.

Heupdysplasie ......

'Dysplasie’ betekent ‘het abnormaal gevormd zijn’. Bij heupdysplasie (HD) gaat het om het heupgewricht dat verkeerd gevormd is, zodat de onderdelen niet goed op elkaar passen dat geeft pijn en problemen bij het lopen. 

Het heupgewricht bestaat uit een ronde kop die in een kom draait. De kop en de kom van het gewricht zijn bekleed met elastisch kraakbeen en in de ruimte tussen de onderdelen zit gewrichtsvloeistof die ervoor zorgt dat de onderdelen soepel langs elkaar glijden. Het gewrichtskapsel is een stevig vlies dat om het hele gewricht heen zit en het gewricht bij elkaar houden. Een gewrichtsband en de bekkenspieren zorgen ervoor dat de kop goed stevig in de kom blijft zitten. 

Bij een pup zijn gewrichtsband en bekkenspieren nog niet voldoende ontwikkeld om alles op zijn plek te houden en zit de kop dus niet stevig van vast in de kom. Als er nu speling in het gewricht aanwezig is, kunnen er vervormingen ontstaan. Het gewrichtskapsel wordt uitgerekt. Het kraakbeen raakt beschadigd doordat de onderdelen van het gewricht op een verkeerde manier tegen elkaar aan stoten en langs elkaar draaien, en er ontstaan ontstekingen. Hierdoor groeit de kom vaak niet diep genoeg uit. Vervolgens wordt de kop van het gewricht ook platter, waardoor alles nog minder goed op elkaar aansluit. Op de plek van de beschadigingen kunnen uitgroeisels ontstaan. Op den duur wordt het gewrichtskapsel dikker en stijver, zodat het gewricht minder beweeglijk wordt. 

De aanleg om te veel speling in het heupgewricht te hebben is erfelijk bepaald, maar daarnaast spelen andere factoren een rol. Te veel en verkeerde beweging op jonge leeftijd, te snelle groei, overgewicht en verkeerde voeding zijn dingen die een negatieve invloed hebben op een goede ontwikkeling van de heupen.

Elleboogdysplasie......

Elleboogdysplasie (ED) is een verzamelnaam voor verschillende gewrichtsstoornissen aan de elleboog als gevolg van drukverschillen in de elleboog. Net als bij HD is er sprake van een abnormale vorming van de gewrichten in de elleboog. Er zijn vier verschillende vormen van ED. Deze vier aandoeningen leiden tot schade aan het ellebooggewricht met artrose. Elleboogdysplasie leidt tot kreupelheid, wat zich gedurende de ontwikkeling van de hond uit. Meestal is de aandoening al rond een leeftijd van zes tot twaalf maanden zichtbaar, maar het kan zich ook pas op latere leeftijd openbaren ten gevolge van de steeds erger wordende artrose. Deze aandoening komt bij veel verschillende hondenrassen voor, echter zorgt het vooral bij de grote hondenrassen (vanwege verhoogde belasting van de gewrichten) voor meer problemen. Net als bij HD speelt erfelijkheid een grote rol, maar ook trauma, beweging, voeding en stofwisseling zijn belangrijke factoren binnen elleboogdysplasie.

Degeneratieve Myelopathie......

Degeneratieve Myelopathie (DM) is een fatale progressieve neurologische aandoening aan het ruggenmerg. Typisch voor deze aandoening is dat de symptomen beginnen op late leeftijd, zo rond de 8 jaar. De aandoening is het gevolg van een mutatie in het zogenoemde superoxide dismutase 1gen. Deze mutatie wordt ook gezien bij 20% van een genetisch overdraagbare familiale vorm van (ALS) bij de mens.

DM ontstaat wanneer de beschermlaag (myeline) waarin de zenuwen liggen, wordt afgebroken door het defecte gen. In het eindstadium van de ziekte is dit helemaal verdwenen. Een beginnend verschijnsel is coördinatieverlies in de achterste ledematen. De hond gaat waggelen, struikelen of slepen met de achterpoten. Incontinentie komt ook veel voor. In een later stadium kunnen de vitale functies uitvallen. De hond heeft echter geen pijn, alleen verlies van functie.De zenuwen werken dan niet meer. De hond wordt incontinent, is ernstig verlamd en kan niet meer zelfstandig lopen.

Hypofysaire dwerggroei......

Hypofysaire dwerggroei is een aandoening die veroorzaakt wordt door een tekort aan groeihormonen. De hypofyse is een hormoonproducerende klier onderaan de hersenen. Bij honden met hypofysaire dwerggroei is de hypofyse niet goed ontwikkeld, waardoor deze in onvoldoende mate bepaalde hormonen produceert. Door een tekort aan groeihormoon zal het skelet zich onvoldoende ontwikkelen en zal de hond achter blijven in de groei. Dit wordt zichtbaar rond een leeftijd van ca. 4 maanden, waarbij de hond er als een 'dwerg' uit blijft zien. Een ander opvallend verschijnsel is dat deze honden hun puppyvacht langer behouden en uiteindelijk veel minder haar overhouden en dus grotendeels kaal zullen zijn.


Multi-Drug Resistance Gen1......

Bij honden met een defect MDR1-gen zit er een fout in het DNA, waardoor het lichaam niet meer in staat is om de giftige stoffen effectief uit de hersenen en zenuwstelsel te verjagen. De hond is dan gevoeliger voor bepaalde geneesmiddelen. Het MDR1 defect is een erfelijke aandoening. Wanneer de hond het MDR1-gendefect heeft, is het verder een gezonde hond en kan het een normaal leven leiden, zolang hij niet in aanraking komt met één van de probleem-medicijnen. Belangrijk is om de dierenarts te melden dat de hond het MDR1-gendefect heeft.

Maligne Hyperthermie......

Maligne Hyperthermie (MH) is een erfelijke aandoening van de spieren Deze ziekte wordt veroorzaakt door een fout in de calciumstofwisseling van de skeletspieren. Calcium speelt een belangrijke rol in het samentrekmechanisme van de spiercellen. Bij dieren die aan deze aandoening lijden is er een te hoog gehalte aan calcium, hetgeen leidt tot hevige spiersamentrekkingen, bovenmatige verzuring en een overschot aan warmteproductie. Hierdoor kan de lichaamstemperatuur gaan stijgen en levensbedreigende waarden aannemen. Dit is dan weer schadelijk voor de vitale organen en kan zodoende dus leiden tot sterfte. De kans dat deze ziekte tot uiting komt is het grootst bij gasanesthesie, extreme inspanning, training, stress, en dergelijke.

Spondylose......

De wervelkolom van een hond bestaat uit harde wervels die kunnen bewegen ten opzichte van elkaar door de gewrichten en de tussenwervelschijven. Deze tussenwervelschijven vormen de verbinding tussen twee harde wervels en bestaan uit een buitenste ring van kraakbeen (de annulus fibrosus) met daarin een zachte kern (de nucleus pulposus). Deze tussenwervelschijven werken als stootkussen en voorkomen dat de wervels hard tegen elkaar aan botsen en zo slijten. Wanneer de stootkussens, die in ieder gewricht zitten, beschadigd raken en er botwoekeringen ontstaan, spreken we van artrose. Wanneer het specifiek de stootkussens tussen de wervels betreft en er botwoekeringen tussen de ruggenwervels ontstaan, dan spreken we van spondylose.

Wanneer de tussenwervels slijtage gaan vertonen en minder soepel en flexibel worden, probeert het lichaam dit te compenseren door nieuw botweefsel aan te maken. Dit weefsel wordt echter nooit zo als het oude weefsel, en gaat woekeren rond het gewricht. Bij spondylose vormen deze botwoekeringen als het ware ‘bruggetjes’ tussen de wervels in de rug of de nek; ze zorgen ervoor dat de gewrichten met elkaar vergroeien. Door deze starre bruggen verliest de rug zijn elasticiteit en flexibiliteit: bewegen wordt lastig. Des te meer bruggen er ontstaan, des te stijver een dier is. De botuitsteeksels die ontstaan, kunnen bovendien zorgen voor druk op omliggende weefsels, zoals het ruggenmerg. Dit kan leiden tot erge pijn en heel soms tot verlamming.

Spondylose is een aandoening die voornamelijk bij honden op leeftijd voorkomt. Bij sommige rassen komt spondylose echter ook voor op jonge leeftijd. Beweging kan van invloed zijn op het ontstaan van spondylose. Denk aan pups die op jonge leeftijd te veel (moeten) bewegen of sporthonden die van geen ophouden weten en te veel van hun lichaam vragen. Een goede, gedoseerde beweging is van groot belang bij het voorkomen van spondylose.

Lumbosacral Transitional Vertebrae......

De normale wervelkolomformule van de hond is C7-T13-L7-S3-Covar: dat wil zeggen 7 Cervicale (nek)wervels, 13 Thoracale (borst)wervels, 7 Lumbale (lende)wervels, 3 Sacrale (heiligbeen)wervels en een variabel aantal Coxygeale (staart)wervels. Lumbosacral Transitional Vertebra (LTV) is een aangeboren, afwijkend gevormde wervel tussen de laatste normale lende (lumbaal) wervel en de eerste normale heiligbeen (sacrale) wervel. Dit zijn de wervels aan het einde van de ruggengraat, voordat deze overgaat in de staart. De LTV heeft de uiterlijke kenmerken van zowel een lende- als een heiligbeenwervel. Er zijn verschillende classificatiesystemen in de diergeneeskunde voor de LTV, gebaseerd op de uiterlijke kenmerken. In sommige gevallen is er sprake van een achtste lendewervel (L8). Het komt bij veel verschillende rassen voor, vooral de Duitse Herder en de Grote Zwitserse Sennenhond staan er om bekend. Ook bij de Boheemse Herder kan het worden (h)erkend. Het kan vastgesteld worden op een röntgenfoto van de wervelkolom/heupen. Van de afwijkende wervel zelf hoeft de hond geen last te hebben, maar de hond heeft een grotere kans op het ontstaan van klinische symptomen van het zogenaamde cauda-equina syndroom (vernauwing van het lumbosacrale wervelkanaal). Kenmerkende symptomen hiervan zijn pijn en bewegingsbeperking van de achterhand waardoor de hond moeite heeft met springen, traplopen en opstaan, vermindering van de kracht van de achterbenen, soms zelfs verlamming, staart zwakte en incontinentie. De behandeling bestaat uit rust, pijnstilling of uiteindelijk zelfs een operatie. Het aanwezig zijn van deze extra wervel is erfelijk. Dat maakt deze afwijking tot iets om zeker rekening mee te houden in fokkerij.

ECVO-Oogonderzoek       

ECVO is een speciaal oogonderzoek naar erfelijke oogziekten bij honden.

ECVO  betekend European College of Veterinary Ophthalmologists. Dit is een erkende Europese organisatie die gespecialiseerd is in oogonderzoek bij dieren. Dit onderzoek wordt alleen gedaan door erkende dierenartsen die gespecialiseerd zijn in oogheelkunde. Dit onderzoek wordt gedaan om de kans te verkleinen dat erfelijke afwijkingen worden doorgegeven.

Bij het ECVO-oogonderzoek doet een gespecialiseerde dierenarts onderzoek naar een groot aantal afwijkingen van het oog.
Voorbeelden hiervan zijn:

Staar (cataract) -
Entropion -
Ectropion -
Membrana pupillaris persistens (MPP) waarbij er resten van de embryonale bloedsomloop op de lens achterblijven -
Erfelijke netvliesaandoeningen waar de hond blind van kan worden -

Copyright 2021
All rights reserved
IBAN NL 08 RABO 0343579537
KvK nummer: 75236427